Cranio sacrale therapie

Cranio-sacrale therapie werd ontdekt en ontwikkeld door John E. Upledger, een Amerikaans arts en osteopaat, dit na grondig wetenschappelijk onderzoek van 1975 tot 1983. Zijn therapie is gebaseerd op het feit dat de schedelnaden (suturen) na de geboorte niet helemaal aaneengroeien. Er blijft steeds een relatieve beweeglijkheid over, vergelijkbaar met het oscilleren van een membraan. Ondanks het feit dat je schedelbeenderen niet ziet bewegen zag Upledger tijdens een hersenoperatie bij toeval dat het hersenvlies bewoog. Verrast en geboeid door deze vaststelling deed Upledger samen met anderen wetenschappelijk onderzoek en zocht hij de oorzaak van deze ritmische bewegingen.

 

Op basis van dit onderzoek ontwikkelde Upledger een behandelmethode die hij de naam cranio-sacrale therapie meegaf. De ritmische bewegingen van de schedelbeenderen - het zogenaamde cranio-sacraal ritme - was het uitgangspunt voor de cranio-sacrale therapie.

 

De naam is ontleend aan de beenderen die samen met de wervelkolom de hersenen en het zenuwstelsel omgeven. Het cranium verwijst naar de schedelbeenderen, het sacrum is de Latijnse naam voor het heiligbeen dat zich net boven de stuit bevindt. Dit zijn niet de enige delen van het cranio-sacraal systeem. De hersenen en het ruggenmerg zijn bekleed met drie beschermende vliezen waarbinnen een vloeistof circuleert , het liquor cerebro-spinalis (ruggemerg- en hersenvocht). Deze vloeistof wordt aangemaakt in de hersenen, stroomt in de hersenvliezen en vloeit af via de hersenvaten (veneuze sinussen) naar de veneuze bloedcirculatie. De productie en afvloei veroorkzaakt een vorm van dynamiek op in de hersenvliezen en de schedelbeenderen en zo ontstaat het cranio-sacraal ritme.

 

De therapie is erop gericht blokkades binnen het cranio-sacraal systeem op te heffen zodat hersenvliezen en schedelbotten hun natuurlijke bewegingsvrijheid herwinnen en het ritme hersteld wordt. De schedelbotten zijn hierbij de harde uitlopers  van het hersenvlies. Door ze als ankerplaatsen te gebruiken oefent de therapeut een invloed uit op het geheel van het cranio-sacraal systeem. Door zeer precies en zacht (een druk van ongeveer 5 gram) de handen te plaatsen op de schedel of op om het even welk deel van het cranio-sacraal complex, kan een ervaren therapeut het ritme met zijn of haar handen waarnemen. Zo kan hij delen of gebieden waar  zich blokkades zich bevinden opgesporen en behandelen.

 

De behandelingstechniek bestaat uit het toepassen van een lichte druk op het cranio-sacaal systeem om daarmee in te spelen op het lichaamseigen correctiemechanisme. Hierdoor wordt beoogd een genezingsproces op gang te zetten. De waaier van problemen waarbij deze techniek kan worden toegepast is dan ook zeer uitgebreid en omvat onder meer :

 

- migraine / hoofdpijn

- chronische nek- enn rugproblemen

- stoornissen ter hoogte van het centrale zenuwstelsel

- problemen ter hoogte van het kaakgewricht

- problemen gerelateerd aan stress of spanning

- hormonale disfuncties

- huilbaby’s

- refluxbaby’s

- emotionele stoornissen

- postnatale depressie

- concentratieproblemen

- .....